Nissan Qashqai 2024 Gebruikershandleiding
7.27.5. Het ProPILOT Assist-systeem bedienen

- Afstandsschakelaar:
- Verandert de volgafstand van de auto:
- Ver → Gem. → Dichtbij → Ver
- <RES+> schakelaar:
- Hervat de ingestelde snelheid of verhoogt de snelheid stapsgewijs.
- <CANCEL> schakelaar:
- Schakelt het systeem uit zonder de ingestelde snelheid te wissen.
- <SET–> schakelaar:
- Stelt de gewenste kruissnelheid in, vermindert de snelheid stapsgewijs.
- ProPILOT Assist-schakelaar:
- Hoofdschakelaar om het systeem te activeren.
Druk op de ProPILOT Assist-schakelaar (5). Hierdoor wordt het ProPILOT Assist-systeem ingeschakeld en wordt de status van het ProPILOT Assist-systeem op het voertuiginformatiedisplay getoond.
Geef gas of minder vaart tot de gewenste snelheid is bereikt.
Druk op de <SET-> schakelaar. Het ProPILOT Assist-systeem zal beginnen de ingestelde snelheid automatisch aan te houden. Het ProPILOT Assist [CRUISE]-indicatielampje en de ProPILOT Assist-indicatielampjes gaan branden (blauw), het indicatielampje snelheidsregelingstatus en de ingestelde snelheid lichten groen op.
Wanneer een voorligger met een snelheid van 30 km/u (20 MPH) of minder rijdt en de <SET-> schakelaar wordt ingedrukt, dan wordt de snelheid van uw auto ingesteld op 30 km/u (20 MPH).

Door het ProPILOT Assist-systeem in te schakelen wordt ook het Emergency Lane Assist-systeem (ELA) ingeschakeld. Voor meer informatie, raadpleeg
.Wanneer de <SET-> schakelaar onder de volgende omstandigheden wordt ingedrukt, kan het ProPILOT Assist-systeem niet worden ingesteld en gaan de indicatielampjes ingestelde voertuigsnelheid gedurende ongeveer twee seconden knipperen:
Wanneer u onder de 30 km/u (20 MPH) rijdt en de voorligger niet wordt gedetecteerd.
Wanneer de transmissie niet in de D-stand (rijden) of handmatige schakelstand staat.
Wanneer de parkeerrem is geactiveerd.
Wanneer de bestuurder de remmen intrapt.
Wanneer het ESP-systeem uit staat. Voor meer informatie over het ESP-systeem, zie
.Wanneer ESP (inclusief het tractiecontrolesysteem) in werking is
Wanneer de modus [SNOW] of de modus [OFF-ROAD] wordt geselecteerd (modellen met 4WD).
Wanneer een wiel slipt.
Wanneer een portier open staat.
Wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt.