Nissan ARIYA 2024 Gebruikershandleiding
9.5.1.2. Schakelen
- A)Uitgangspositie (centrale positie)
Om de schakelhendel te bewegen,
| Druk de knop (1) in om te schakelen. |
| Schakel zonder de knop (1) in te drukken. |
:
:Wanneer de auto in de D-stand (rijden) staat, zet de schakelhendel nogmaals in de D-stand (rijden) om de B-stand te selecteren.
Druk op de parkeerknop (2) om in de P-stand (parkeren) te schakelen.
Kijk of de auto in de gewenste schakelstand staat door de schakelindicator op de schakelhendel of op het voertuiginformatiedisplay te controleren.
Om de auto uit de B-stand in de D-stand (rijden) te zetten, zet u de schakelhendel in de D-stand (rijden).
U kunt een werkingsgeluid horen wanneer u de schakelhendel bedient. Dit duidt niet op een storing.
Nadat u de startknop in de stand KLAAR om te rijden heeft gezet, trapt u het rempedaal volledig in en zet u de schakelhendel in een van de gewenste schakelstanden.
De auto schakelt automatisch in de P-stand (parkeren) wanneer de startknop in de OFF-stand staat.
Wanneer het controlelampje KLAAR om te rijden niet brandt, kan de schakelstand niet worden veranderd in de D- (rijden), B- of R-stand (achteruit), zelfs niet als de startknop in de ON-stand wordt gezet.
Als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan, kan de schakelstand automatisch worden veranderd in de P-stand (parkeren).
Wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet vastgemaakt is.
Wanneer het bestuurdersportier wordt geopend.
De schakelhendel staat altijd in de middelste stand wanneer losgelaten. Wanneer de startknop in de stand KLAAR om te rijden wordt gezet, moet de bestuurder controleren of de auto in de P-stand (parkeren) staat. Het indicatielampje P op de schakelhendel brandt en P wordt weergegeven op het voertuiginformatiedisplay. Als de auto in de D-stand (rijden) of de R-stand (achteruit) staat wanneer de startknop in de stand KLAAR om te rijden wordt gezet, kan dat leiden tot een plotselinge start, wat een ongeval tot gevolg kan hebben.
Laat de auto op een schuine weg niet naar achteren rollen terwijl deze in de D-stand (rijden) of B-stand staat, en laat de auto niet vooruit rollen wanneer deze in de R-stand (achteruit) staat. Dit kan tot een ongeval leiden.
Verschuif de schakelhendel niet terwijl u de parkeerknop indrukt. Hierdoor kan ook de elektrische motor beschadigd raken.
Wanneer u naar de gewenste stand schakelt met de schakelhendel, moet u controleren of de schakelhendel terugkeert naar de middelste stand door uw hand van de hendel te halen. Ook door de schakelhendel halverwege vast te blijven houden, kan het schakelsysteem beschadigd raken.
Bedien de schakelhendel niet terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt, behalve om naar de B-stand te schakelen. Hierdoor kan de auto plotseling wegrijden, hetgeen een ongeval tot gevolg kan hebben.
De volgende handelingen zijn niet toegestaan, omdat er overmatige kracht zou worden uitgeoefend op de tractiemotor, waardoor de auto beschadigd zou kunnen raken.
De schakelhendel in de R-stand (achteruit) zetten wanneer u vooruit rijdt
De schakelhendel in de D-stand (rijden) of B-stand zetten wanneer u achteruit rijdt
Als u deze handelingen tracht uit te voeren, zal er een geluidssignaal klinken en schakelt de auto naar de N-stand (vrij).
P (parkeren)
Om schade aan de reductiekast te voorkomen, moet u de P-stand (parkeren) alleen gebruiken wanneer de auto volledig tot stilstand is gekomen.
Gebruik deze schakelstand wanneer de auto geparkeerd staat of wanneer u de auto in de stand KLAAR om te rijden zet. Verzekert u zich ervan dat de auto volledig stilstaat. Om naar de P-stand (parkeren) te schakelen, drukt u de parkeerknop in, zoals getoond in de afbeelding zodra de auto volledig tot stilstand is gekomen. Als de parkeerknop wordt ingedrukt terwijl de auto in beweging is, klinkt er een geluidssignaal en blijft de huidige schakelstand behouden. Nadat u in de P-stand (parkeren) heeft geschakeld, activeert u de parkeerrem. Wanneer u op een helling parkeert, activeert u eerst de parkeerrem terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt, dan drukt u de parkeerknop in en zet u de auto in de P-stand (parkeren). Zie
.Wanneer de auto stilstaat en de schakelhendel in een andere stand dan de P-stand (parkeren) staat wanneer de startknop op OFF wordt gezet, dan zal de auto automatisch in de P-stand (parkeren) schakelen.
Als de parkeerknop wordt ingedrukt terwijl de schakelhendel wordt verschoven, zal niet in de P-stand (parkeren) worden geschakeld. Wanneer de parkeerknop wordt ingedrukt, zorg er dan eerst voor dat de schakelhendel is teruggekeerd naar de middelste stand.
R (achteruit)
Gebruik deze stand voor achteruitrijden. Zorg ervoor dat de auto volledig stilstaat voordat u in de R-stand (achteruit) schakelt. Als de auto in de D-stand (rijden) wordt gezet tijdens het achteruitrijden, zal een geluidssignaal klinken en zal de auto naar de N-stand (vrij) schakelen.
N (vrij)
Noch een vooruitversnelling, noch de achteruitversnelling is ingeschakeld. De auto kan in deze stand in de stand KLAAR om te rijden worden gezet.
Schakel niet naar de N-stand (vrij) tijdens het rijden. Het recuperatieve remsysteem werkt niet in de N-stand (vrij). De remmen van de auto zullen echter wel de auto stoppen.
D (rijden)
Gebruik deze stand voor normaal vooruit rijden. Als de auto in de D-stand (rijden) wordt gezet tijdens het achteruitrijden, zal een geluidssignaal klinken en zal de auto naar de N-stand (vrij) schakelen.
B
Gebruik de B-stand voor bergafwaarts rijden. Wanneer de B-stand wordt gebruikt, wordt het recuperatief remmen meer toegepast na het loslaten van het gaspedaal dan in de D-stand (rijden). Het recuperatieve remsysteem zorgt voor minder deceleratie wanneer de lithium-ion accu volledig geladen is of wanneer de accutemperatuur laag is.