Nissan ARIYA 2024 Gebruikershandleiding

8.9.1.2. Handmatige bediening

Aanjagersnelheids

Gebruik de aanjagersnelheidsregelknoppen of -toetsen om de aanjagersnelheid handmatig te bedienen.

Luchtinlaatregeling

De luchtinlaatregelmodus zal worden gewijzigd elke keer dat de luchtinlaatregelknop of -toets wordt ingedrukt of aangeraakt.

  • Wanneer de lucht in de auto recirculeert, is de kleur van de luchtinlaatregelknop en -toets oranje.

  • Wanneer de luchtstroom van buiten de auto wordt aangezogen, is de kleur van de luchtinlaatregelknop en -toets wit.

  • Wanneer het pictogram "image" op het klimaatregelingscherm wordt weergegeven, zal de luchtinlaat automatisch worden geregeld.

Luchtstroombediening

Door de luchtstroomregeltoets aan te raken wordt de luchtstroom handmatig geregeld en de uitstroomopening handmatig geselecteerd:

image

Lucht stroomt voornamelijk uit de midden- en zijventilatieroosters.

image

Lucht stroomt voornamelijk uit de midden- en zijventilatieroosters en uit de vloerroosters.

image

Lucht stroomt voornamelijk uit de vloerroosters en gedeeltelijk uit de ontwasemroosters.

image

Lucht stroomt voornamelijk uit de ontwasemroosters en uit de vloerroosters.

image

Op het klimaatregelingscherm kan de status van de luchtstroom in elke stand worden gecontroleerd.

De luchtstroom kan afzonderlijk in- en uitgeschakeld worden door de gewenste stand aan te raken.

De hoeveelheid wind kan worden gewijzigd door over het display te vegen.

Wanneer de temperatuur wordt aangepast, zal de kleur van het display dat de hoeveelheid wind toont veranderen. Deze kleuren geven niet de windtemperatuur maar de ingestelde temperatuur aan.

Ventilatie

Tik op de toets [FAN ONLY] om de ventilatiemodus aan te zetten. (De kleur van de toets wordt oranje.)

image
  • In de ventilatiemodus is het energieverbruik lager, zodat de actieradius toeneemt.

  • In de ventilatiemodus wordt de temperatuur niet aangegeven op het klimaatregelingscherm.

Modus [DRIVER ZONE]

Tik op de toets [DRIVER ZONE] om de modus [DRIVER ZONE] aan te zetten. (De kleur van de toets wordt oranje.) In de modus [DRIVER ZONE] is de lucht voornamelijk afkomstig van de bestuurderszijde.

image

De modus [DRIVER ZONE] heeft een lager energieverbruik, zodat de actieradius zal toenemen.

Temperatuurinstellingen synchroniseren

Tik op de toets [SYNC] om de modus [SYNC] aan te zetten. (De kleur van de toets wordt oranje.)

Wanneer de modus [SYNC] actief is, zal de temperatuurregelknop of -toets aan bestuurderszijde de temperatuur aan bestuurderszijde en aan passagierszijde regelen.

Om de modus [SYNC] te verlaten, verandert u de temperatuur aan voorpassagierszijde. (De kleur van de toets [SYNC] wordt wit.)

Hoofdonderwerp: