Nissan ARIYA 2024 Gebruikershandleiding
4.6. Handleiding voor het oplossen van problemen bij opladen
Symptoom | Mogelijke oorzaak | Mogelijke oplossing |
|---|---|---|
Het opladen lukt niet. | De lithium-ion accu is al vol. | Controleer de resterende stroom in de lithium-ion accu met behulp van de capaciteitsmeter van de lithium-ion accu. Als de meter vol aangeeft, is de lithium-ion accu al volledig opgeladen en kan niet verder opgeladen worden. Het opladen stopt automatisch als de lithium-ion accu helemaal vol is. |
De 12-volt accu is leeg. | De lithium-ion accu kan niet opgeladen worden als de elektrische systemen van de auto niet aangezet kunnen worden. Als de 12-volt accu leeg is, moet u deze opladen of starten met startkabels. Zie . | |
De auto heeft een storing. | De auto of de lader kunnen een storing hebben. Kijk of het waarschuwingslampje op het dashboard brandt. Kijk of het controlelampje op de lader een storing aangeeft. Als een waarschuwing wordt weergegeven, stop dan met opladen en neem contact op met een NISSAN gecertificeerde dealer van elektrische voertuigen. | |
Normaal laden lukt niet. | Er komt geen stroom uit het normale oplaadpunt of uit het stopcontact. | Controleer of er een stroomstoring is. Controleer of de stroomonderbreker geactiveerd is. Als een stopcontact of een oplaadpunt met geïnstalleerde timer gebruikt wordt, wordt er alleen stroom geleverd op de tijd die door de timer is ingesteld. |
De huishoudstekker is niet goed aangesloten. | Controleer of de huishoudstekker goed is aangesloten. | |
Er komt geen stroom uit het normale oplaadpunt. | Controleer de bedieningsprocedure van het oplaadpunt. | |
De laadconnector is niet goed aangesloten. | Kijk of de laadconnector goed is aangesloten. | |
Direct laden lukt niet. | De oplaadtimer is ingesteld. | Druk de schakelaar voor direct laden in of schakel de oplaadtimer uit. Zie . |
Opladen met de oplaadtimer lukt niet. | De laadkabel is niet aangesloten. | Sluit de laadkabel aan. |
De tijd op de klok is niet juist. | De oplaadtimer start het opladen niet op basis van de tijd die op de klok op het voertuiginformatiedisplay wordt weergegeven. Stel de tijd in. (Zie .) Als de 12-volt accu leeg is, of de lithium-ion accu wordt losgekoppeld, moet de tijd opnieuw ingesteld worden. | |
De oplaadtimer is niet ingesteld. | Stel de oplaadtimer in. Zie . | |
Het opladen start niet omdat de starttijd en de eindtijd van de oplaadtimer zijn ingesteld en de huidige tijd nog vóór de ingestelde starttijd is. | Controleer wanneer de oplaadtimer is ingesteld om het opladen te starten. Verander de instelling van de oplaadtimer in de gewenste laadtijd of druk de schakelaar voor direct laden in. Zie . | |
De schakelaar voor direct laden wordt ingedrukt. | Om direct laden te annuleren, drukt u op de schakelaar voor direct laden terwijl u de laadconnector op de auto aansluit. De laadmodus keert terug op stand-by. | |
Normaal laden stopt tijdens het opladen. | Er komt geen stroom uit het normale oplaadpunt of uit het stopcontact. | Er is wellicht een stroomstoring geweest, of de stroomonderbreker is kapot gegaan. Het opladen begint weer zodra de stroombron hersteld is. |
De laadkabel is losgegaan. | Controleer of de laadkabel nog aangesloten is. | |
De eindtijd van de oplaadtimer is bereikt. | Wanneer de oplaadtimer is ingesteld en de eindtijd van de timer wordt bereikt, dan zal het opladen gestopt worden, ook als de lithium-ion accu nog niet helemaal vol is. | |
De elektrische stroom geleverd door het normale oplaadpunt is onderbroken. | Controleer de bedieningsprocedure van het oplaadpunt. | |
De normale laadconnector kan niet worden verwijderd. | De laadconnector is geblokkeerd. | Ontgrendel de laadconnectorvergrendeling. Zie . |
De auto heeft een storing. | Als de normale laadconnector na ontgrendelen niet kan worden verwijderd, volg dan de stappen voor ontgrendeling. Zie . | |
Snelladen lukt niet. | De snellaadconnector is niet goed aangesloten. | Als de laadconnector niet goed is aangesloten, steek de laadconnector dan recht en volledig in de laadaansluiting. |
Controleer of de laadconnector goed is aangesloten en is vergrendeld. | ||
De zelf-diagnosefunctie van de snellader geeft een negatief resultaat. | De auto heeft wellicht een storing. Stop met laden en neem contact op met een NISSAN gecertificeerde dealer van elektrische voertuigen. | |
De startknop van de snellader staat uit. | Controleer de startknop van de snellader. | |
Snelladen stopt tijdens het opladen. | Opladen wordt gestopt door de timer van de snellader. | Opladen zal stoppen afhankelijk van de timerinstelling van de snellader. Als de lithium-ion accu verder opgeladen moet worden, kunt u de oplaadprocedure weer starten. |
De stroomtoevoer naar de snellader staat uit. | Controleer of de snellader stroom ontvangt. | |
De snellaadconnector kan niet worden verwijderd. | De laadconnector is geblokkeerd. | Als het nodig is om de laadconnector te verwijderen zonder te beginnen met opladen, wacht dan ten minste 3 minuten totdat de gegevenscommunicatie tussen het voertuig en de snellader is gestopt, ontgrendel dan het portier van het voertuig vanuit de vergrendelde staat. Als het portier van het voertuig al ontgrendeld is, vergrendel het dan eerst en ontgrendel het vervolgens. |
De auto heeft een storing. | Als de snellaadconnector niet kan worden verwijderd wanneer de connector ontgrendeld is, volg dan de stappen voor ontgrendeling. Zie . | |