Nissan ARIYA 2024 Gebruikershandleiding

6.15.2.2. Werking van de draadloze oplader

Om de draadloze oplader te gebruiken, moet de smartphone correct op de oplaadmat geplaatst worden met het scherm naar boven gericht. Om de laadprestaties te optimaliseren, moet u ervoor zorgen dat de smartphone volledig in het midden van de oplaadmat op het "Qi"-logo (A) is geplaatst. Omdat de plaats van de stroomontvanger varieert al naar gelang de smartphone, moet u proberen het deel te vinden dat het meest geschikt is voor uw smartphone.

Verwijder de smartphonehoes of -accessoires voordat u gaat opladen, aangezien deze de oplaadcapaciteit kunnen beïnvloeden.

image
  • Alleen een compatibele Qi-smartphone kan worden gebruikt.

  • Het opladen kan mogelijk niet plaatsvinden, afhankelijk van het type smartphone. Raadpleeg het instructieboekje van de smartphone voor details.

  • Smartphones die te groot zijn om op de oplaadmat te worden geplaatst kunnen niet worden opgeladen.

  • Smartphones die kleiner zijn dan 139 x 69 mm (5,5 x 2,7 in) kunnen mogelijk niet worden opgeladen. Als een smartphone die kleiner is dan de bovengenoemde afmetingen in een hoek wordt geplaatst en niet opgeladen kan worden, verplaats de smartphone dan naar het midden van de oplaadmat.

  • Plaats nooit een magnetische kaart tussen de oplaadmat en de smartphone. Plaats ook nooit een creditcard, magnetisch opnameapparaat, enz. in de buurt van de oplaadmat. De opgeslagen gegevens kunnen beschadigd raken.

  • De oplaadmat kan als opbergruimte worden gebruikt wanneer er geen Qi-compatibele smartphone op ligt.

  • Als de smartphone van de oplaadmat raakt, plaats de smartphone dan terug op het "Qi"-logo.

  • Schakel de trilfunctie van de smartphone uit voordat u draadloos oplaadt.

  • Als u uw smartphone oplaadt terwijl u apps gebruikt of direct na het gebruik van apps, kan de smartphone of de draadloze oplader tijdens het opladen warm worden, waardoor het opladen kan worden gestopt door de beveiligingsfunctie van de smartphone of de draadloze oplader. Dit duidt niet op een storing. Als dit gebeurt, start het opladen dan opnieuw zodra de smartphone of de draadloze oplader is afgekoeld. Het indicatielampje wordt oranje en knippert, waarna het dooft.

  • Het draadloze opladen kan worden onderbroken als gevolg van de toestand van de smartphone (batterijtemperatuur, enz.).

  • Als er radiostoringen optreden tijdens het opladen, plaats de smartphone dan opnieuw in het midden (image logo) van de draadloze oplader.

  • Het draadloze opladen wordt onderbroken tijdens het zoeken naar de Intelligent Key.

  • Het draadloze opladen zal niet worden gestart wanneer een USB-kabel (Universal Serial Bus) is aangesloten op de smartphone. Het indicatielampje brandt oranje of knippert als de smartphone op de draadloze oplader wordt geplaatst met een aangesloten USB-kabel. De smartphone wordt echter niet opgeladen.

  • Afhankelijk van het type smartphone, kan het indicatielampje oranje blijven branden ook al is het opladen voltooid.

  • Wanneer alleen metalen voorwerpen of een sleutel (Intelligent Key) op de oplaadmat worden geplaatst, kan het indicatielampje kort oplichten. Het draadloze oplaadproces wordt niet geactiveerd.

Hoofdonderwerp: