Nissan ARIYA 2024 Gebruikershandleiding

9.18.9.6. Beperkingen van de stuurhulp

image
  • In de volgende situaties detecteert de camera de rijstrookmarkeringen mogelijk niet correct, of detecteert ze op onjuiste wijze en werkt de stuurhulp mogelijk niet goed:

    • Wanneer u rijdt op wegen met meerdere parallelle rijstrookmarkeringen, rijstrookmarkeringen die vervaagd of niet duidelijk geverfd zijn; afwijkende rijstrookmarkeringen; of wegmarkeringen die bedekt zijn met water, vuil, sneeuw, enz.

    • Wanneer u op wegen rijdt waarvan de rijstrookmarkeringen zijn opgeheven

    • Wanneer u op wegen rijdt waarvan de rijstrook breder of smaller wordt

    • Wanneer u op wegen met meerdere rijstroken rijdt, of op wegen met onduidelijke rijstroken wegens wegwerkzaamheden

    • Wanneer u rijdt op wegen met scherp contrasterende objecten, zoals schaduwen, sneeuw, water, wielsporen, naden of lijnen die zijn achtergebleven na wegwerkzaamheden (de stuurhulp kan deze elementen detecteren als rijstrookmarkeringen)

    • Wanneer u rijdt op wegen waar rijstroken samengevoegd of gesplitst worden

    • Wanneer de rijstroken te smal of te breed zijn

  • Gebruik de stuurhulp niet onder de volgende omstandigheden, omdat het systeem de rijstrookmarkeringen wellicht niet goed kan detecteren. U kunt anders de controle over de auto verliezen en een ongeval veroorzaken.

    • Tijdens slecht weer (regen, mist, sneeuw, stof, enz.)

    • Wanneer regen, sneeuw, zand, enz., wordt opgeworpen door de wielen van andere voertuigen

    • Wanneer vuil, olie, ijs, sneeuw, water, of andere zaken aan de camera-eenheid hechten

    • Wanneer het glas voor de camera beslagen is

    • Wanneer sterk licht (bijvoorbeeld, zonlicht of het grootlicht van tegemoetkomend verkeer) op de camera schijnt

    • Wanneer de koplampen niet helder zijn door vuil op de lens, of wanneer de koplampen uitgeschakeld zijn in tunnels of als het donker is

    • Wanneer zich plotseling een verandering in lichtsterkte voordoet (bijvoorbeeld, wanneer de auto een tunnel in- of uitrijdt, of onder een brug doorrijdt)

    • Wanneer u rijdt op wegen waar de rijstroken samengevoegd of gesplitst worden, of op wegen met tijdelijke rijstrookmarkeringen wegens wegwerkzaamheden

    • Wanneer een rijstrook afgesloten is wegens wegwerkzaamheden

    • Wanneer u rijdt op een hobbelig wegdek, zoals een oneffen zandweg

    • Wanneer u rijdt op wegen met scherpe bochten of op kronkelige wegen

    • Wanneer u rijdt op alsmaar dalende en stijgende wegen

  • Gebruik de stuurhulp niet onder de volgende omstandigheden, omdat het systeem niet goed zal werken:

    • Wanneer u rijdt met banden die niet in optimale conditie verkeren (bijvoorbeeld, versleten banden, banden met een abnormale spanning, sneeuwkettingen, afwijkende wielen)

    • Wanneer de auto is uitgerust met niet-originele rem- of ophangingsonderdelen

    • Wanneer een voorwerp zoals een sticker of bagage de camera belemmert

    • Wanneer de achterbank of bagageruimte van uw auto is volgeladen met zeer zware bagage

    • Wanneer het draagvermogen van de auto wordt overschreden

    • Wanneer een aanhangwagen of een ander voertuig wordt getrokken (behalve NISMO-modellen)

  • Overmatig lawaai kan het geluid van het waarschuwingssignaal overstemmen, waardoor de pieptoon mogelijk niet gehoord wordt.

  • Opdat het ProPILOT Assist-systeem naar behoren kan werken, moet de voorruit voor de camera schoon zijn. Vervang versleten wisserbladen. U moet wisserbladen met de juiste afmetingen gebruiken, om er zeker van te zijn dat de voorruit schoon blijft. Gebruik alleen originele NISSAN-wisserbladen, of een kwalitatief gelijkwaardig product, speciaal ontworpen om te worden gebruikt met uw voertuigmodel en modeljaar. Het verdient aanbeveling om langs te gaan bij uw NISSAN gecertificeerde dealer van elektrische voertuigen voor de juiste onderdelen voor uw auto.

Hoofdonderwerp: