Nissan ARIYA 2024 Gebruikershandleiding

9.33.12. Voorzorgsmaatregelen bij ProPILOT Park

image
  • Probeer niet te rijden terwijl u alleen op het scherm kijkt. De kans bestaat dat u een obstakel raakt of onverwachts een ongeluk veroorzaakt.

  • Let op het verkeer van voertuigen en personen in de omgeving. Parkeerondersteuning wordt geboden door effectief gebruik te maken van de gedetecteerde koers. Let op tegemoetkomend verkeer, achteropkomend verkeer en voetgangers wanneer u de parkeerbediening gebruikt.

  • Wanneer de parkeerondersteuning door ProPILOT Park niet langer nodig is, schakelt u ProPILOT Park uit. Als ProPILOT Park ingeschakeld blijft, bestaat de kans dat er onverwachts een ongeluk gebeurt.

  • Controleer voordat u uit de auto stapt of de elektrische parkeerrem is geactiveerd en de schakelhendel in de P-stand (parkeren) staat.

  • Controleer voordat u ProPILOT Park gebruikt rechtstreeks of er voldoende ruimte rond de auto is om de stuurmanoeuvres en de overige parkeerhandelingen uit te voeren.

  • Afhankelijk van de omstandigheden, kunnen geluiden binnen of buiten de auto verhinderen dat de bestuurder het waarschuwingssignaal hoort.

  • Activeer de richtingaanwijzerschakelaar tijdens parkeerbediening om de omgeving te waarschuwen voor de bewegingsrichting van de auto.

  • Gebruik ProPILOT Park niet onder de volgende omstandigheden:

    • Op een plaats waar veel voertuigen en personen aan het verkeer deelnemen

    • Op een plaats waar stoppen of parkeren verboden is

    • Op een plaats die te smal is om uw auto in te parkeren

    • Op een plaats waar parkeren niet mogelijk is wegens een kuil, greppel, enz.

    • Op een plaats waar de straat te smal is

    • Op een steile helling

    • Op grindwegen, zandwegen of onverharde wegen

    • Op een gladde ondergrond, zoals op sneeuw of ijs

    • Op een weg die niet vlak is wegens een helling, drempels, stoepranden, rijsporen of om andere redenen

    • Op een weg waar het asfalt is gesmolten door blootstelling aan extreme hitte

    • Op een plaats met wegdekverwarming (verwarming die voorkomt dat het wegdek bevriest) op het parkeerterrein

    • Bij een mechanisch parkeersysteem waar obstakels in de parkeerplaatsen te vinden zijn

    • Wanneer de auto overbelast is

    • Wanneer versleten banden, een noodwiel, of sneeuwkettingen worden gebruikt

    • Wanneer de bandenspanning niet correct is

    • Wanneer een trekhaak of gelijksoortig element geïnstalleerd is

    • Wanneer een object is bevestigd dat het gezichtsveld van de camera’s belemmert

    • Wanneer de camerabeelden moeilijk te zien zijn door vuil, zonlicht, schaduwen, of om andere redenen

    • Wanneer de buitenspiegels niet volledig zijn uitgeklapt

    • Wanneer de camera’s niet goed zijn geïnstalleerd

    • Wanneer een element op de bumper is geïnstalleerd dat de werking van de parkeersensoren (sonar) belemmert

    • Wanneer er een deuk of andere onregelmatigheid in de bumper zit

    • Wanneer de parkeersensoren (sonar) worden bedekt door regen, sneeuw, modder, of een andere substantie

    • Wanneer de beladen auto overhelt door een extreem zware lading of doordat de auto slechts aan één zijde belast is

image

Drempels kunnen niet gedetecteerd worden en er bestaat de kans dat ook stoepranden niet gedetecteerd kunnen worden. Trap het rempedaal in om de auto te stoppen als de wielen de stoeprand lijken te raken of als de auto over een drempel lijkt te rijden. De kans bestaat dat de auto beschadigd wordt.

Hoofdonderwerp: