Nissan Juke 2023 Gebruikershandleiding
7.21.10.3. Beperkingen
Hieronder worden de systeembeperkingen van het Intelligent Lane Intervention-systeem vermeld. Nalaten om de auto te bedienen in overeenstemming met deze systeembeperkingen kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Het ILI-systeem wordt mogelijk geactiveerd als u van rijstrook verandert zonder eerst de richtingaanwijzer aan te zetten of, bijvoorbeeld, als het verkeer op een weg met wegwerkzaamheden omgeleid wordt over een bestaande rijstrookmarkering. Als dit gebeurt moet u waarschijnlijk corrigerend bijsturen om de verandering van rijstrook te kunnen voltooien.
Aangezien het ILI-systeem wellicht niet altijd in werking treedt onder de weg-, weers- en rijstrookmarkeringsomstandigheden die in dit hoofdstuk beschreven staan, wordt het mogelijk niet altijd geactiveerd als uw auto de rijstrook dreigt te verlaten, waardoor u zult moeten bijsturen om te corrigeren.
Wanneer het ILI-systeem in werking is, moet u extreme of plotseling stuurmanoeuvres vermijden, anders kunt u de controle over de auto verliezen.
Het ILI-systeem zal niet werken als het geen rijstrookmarkeringen kan detecteren, of bij snelheden onder ongeveer:
Voor Europa:
60 km/u (37 MPH)
Behalve Europa:
70 km/u (45 MPH)
Gebruik het ILI-systeem niet onder de volgende omstandigheden, aangezien het dan waarschijnlijk niet goed zal werken:
Tijdens slecht weer (regen, mist, sneeuw, enz.).
Wanneer u op glad wegdek rijdt, zoals op ijs of sneeuw.
Wanneer u op bochtige of ongelijke wegen rijdt.
Wanneer een rijstrook afgesloten is wegens wegwerkzaamheden.
Wanneer u op een tijdelijke of geïmproviseerde rijstrook rijdt.
Wanneer u op een te smalle rijstrook rijdt.
Wanneer de banden niet in optimale conditie verkeren (bijvoorbeeld, banden zijn versleten, hebben te lage spanning, een reservewiel is geïnstalleerd, u heeft sneeuwkettingen aangebracht, of niet de normale wielen).
Wanneer de auto is uitgerust met niet-originele remonderdelen of ophangingsonderdelen.
Op wegen met meerdere parallelle rijstrookmarkeringen; vage rijstrookmarkeringen; gele rijstrookmarkeringen; ongewone rijstrookmarkeringen; of rijstrookmarkeringen die bedekt zijn met water, vuil, sneeuw, enz.
Op wegen waar onderbroken markeringen nauwelijks zichtbaar zijn.
Op wegen met scherpe bochten.
Op wegen met scherp contrasterende objecten, zoals schaduwen, sneeuw, water, wielsporen, naden of lijnen die zijn achtergebleven na wegwerkzaamheden. (Het ILI-systeem kan deze zaken mogelijk interpreteren als wegmarkeringen.)
Op wegen waar rijstroken samengevoegd of gesplitst worden.
Wanneer de rijrichting van het voertuig niet op een lijn ligt met de rijstrookmarkering.
Wanneer u dicht op de auto voor u rijdt, waardoor het detectiebereik van de camera belemmerd wordt.
Bij regen, sneeuw, vuil of een voorwerp op de voorruit voor de rijstrookcamera.
Wanneer de koplampen niet genoeg licht afgeven door vuil op de lens of verkeerde afstelling.
Wanneer er scherp licht in de camera schijnt. (Bijvoorbeeld direct zonlicht bij zonsopgang of zonsondergang.)
Bij plotselinge veranderingen in de lichtomstandigheden. (Bijvoorbeeld wanneer het voertuig een tunnel in- of uitrijdt of onder een brug doorrijdt.)
Wanneer het draagvermogen van de auto wordt overschreden.
Wanneer een aanhangwagen of een ander voertuig wordt gesleept.
Overmatig lawaai kan het geluid van het waarschuwingssignaal overstemmen waardoor het mogelijk niet gehoord wordt.
Wanneer het ILI-systeem in werking is, hoort u wellicht remgeluiden. Dit is normaal en geeft aan dat het ILI-systeem in werking is.