Nissan Juke 2023 Gebruikershandleiding
6.3.6. IAVM-systeembeperkingen
Hieronder worden de beperkingen van de IAVM beschreven. Nalaten om de auto te bedienen in overeenstemming met deze systeembeperkingen kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Gebruik de IAVM niet als de buitenspiegels zich in de opgeslagen stand bevinden en controleer of de achterklep goed gesloten is wanneer u de auto bedient met behulp van de IAVM.
De schijnbare afstand tussen objecten die te zien zijn op de IAVM verschilt van de werkelijke afstand.
De camera's zijn geïnstalleerd op de voorgrille, op de buitenspiegels en boven de kentekenplaat aan achterzijde. Breng niets aan op de auto wat de camera’s kan bedekken.
Wanneer u de auto wast met een hogedrukreiniger, spuit dan niet rond de camera's. Water zou de camera kunnen binnendringen en condensvorming op de lens, storingen, brand of elektrische schokken kunnen veroorzaken.
Stoot niet tegen de camera's. Het zijn precisie-instrumenten. U kunt een storing of schade veroorzaken die kan leiden tot brand of een elektrische schok.
De volgende zijn beperkingen van het systeem en vormen daarom geen storing:
Het scherm dat wordt weergegeven op de IAVM keert automatisch terug naar de vorige weergave 3 minuten na het indrukken van de <CAMERA>-knop terwijl de schakelhendel in een andere stand staat dan de “R”-stand (achteruit).
Er kan een kleine vertraging zijn wanneer u overschakelt tussen weergaven.
Bij zeer hoge of lage temperaturen zullen de objecten op het scherm mogelijk niet duidelijk weergegeven worden.
Wanneer fel licht direct in de camera schijnt, worden de beelden mogelijk niet duidelijk weergegeven.
Het scherm kan in de nabijheid van neonverlichting soms flikkeren.
De kleuren van objecten op de IAVM kunnen enigszins verschillen van de werkelijke kleuren van de objecten.
Objecten op de monitor zijn mogelijk niet duidelijk en de kleur van het object kan mogelijk verschillen in een donkere omgeving.
Er kunnen verschillen in scherpte voorkomen tussen de beelden van de bovenweergave die afkomstig zijn van de verschillende camera's.
Als er vuil, regen of sneeuw op de camera zit, zal de IAVM objecten mogelijk niet duidelijk weergeven. Reinig de camera.
Gebruik geen carrosseriewas op de cameralens. Veeg was af met een schone doek die u bevochtigd heeft met een verdund en mild schoonmaakmiddel, en veeg dan af met een droge doek.
Er zijn bepaalde gebieden rond de auto waar het systeem niet in staat is om objecten te signaleren en ook niet waarschuwt voor bewegende objecten.
(1) Wanneer de voorweergave of de achterweergave getoond wordt, kan een voorwerp dat zich onder de bumper of op de grond bevindt mogelijk niet waargenomen worden.
(2) Wanneer de bovenweergave getoond wordt, zal een groot object dichtbij de grens (3) van de verschillende waarnemingsgebieden van de camera niet op de monitor verschijnen.