Nissan Juke 2023 Gebruikershandleiding
8.4.2.5. Wiel aanbrengen
Het reservewiel voor tijdelijk gebruik (indien aanwezig) is ontworpen voor gebruik in noodgevallen. Zie
.Gebruik nooit wielbouten die niet bij uw voertuig zijn geleverd. Onjuiste wielbouten of onjuist aangedraaide wielbouten kunnen veroorzaken dat het wiel los bevestigd raakt of geheel los komt. Dit kan een ongeluk veroorzaken.
Gebruik nooit olie of vet op de wielbouten. Hierdoor kunnen ze losraken.
- (A)Vastdraaien
- (B)Losdraaien
Verwijder eventueel aanwezig vuil of modder van het oppervlak tussen de wielflens en het wiel.
Hang het wiel voorzichtig op zijn plaats en zet de bouten handvast. Controleer of alle wielbouten horizontaal contact maken met het wieloppervlak aan de conische zijde.
Modellen met wielslotbout (indien aanwezig):
Steek de wielslotsleutel in de wielslotbout en draai handvast.
Draai de wielbouten een voor een gelijkmatig aan met de wielsleutel, in de volgorde die staat afgebeeld ((1) -- (5)) totdat de bouten vast zijn gedraaid.
Laat de auto langzaam zakken totdat de band de grond raakt.
Draai de wielbouten stevig vast met behulp van de wielsleutel in de afgebeelde volgorde.
Laat het voertuig helemaal zakken.
Breng de wieldop aan (indien aanwezig).
Zet, voordat u de wieldop aanbrengt, het NISSAN logo (naafdop) in lijn met de wielbouten ofwel haaks op het ventielgat (indien aanwezig), zodat de naafdop correct uitgelijnd is.
Aanhaalmoment van de wielbouten:
113 N･m (12 kg-m, 83 ft-lb)
Draai bij de eerste gelegenheid de wielbouten met een momentsleutel met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
Haal de wielmoeren opnieuw aan na een gereden afstand van 1.000 km (600 mijl) (doe dit ook na een lekke band e.d.).
De wielbouten moeten altijd met het voorgeschreven aanhaalmoment vastgezet zijn. Het is raadzaam om de wielbouten bij elke onderhoudsbeurt vast te laten zetten met het voorgeschreven aanhaalmoment.
Breng de bandenspanning op de COLD-waarde (KOUD).
De COLD-waarde voor de bandenspanning is de bandenspanning die wordt gemeten nadat het voertuig drie uur of langer geparkeerd heeft gestaan of nadat er maximaal 1,6 km (1 mijl) is gereden.
De COLD-bandenspanning staat vermeld op de bandenspanningssticker op de middenstijl aan bestuurderszijde.