Nissan Juke 2023 Gebruikershandleiding
4.2.2.8. Waarschuwingslampje lage bandenspanning (indien aanwezig)
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) (indien aanwezig) dat de spanning van alle banden controleert, behalve van het reservewiel.
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning wijst op lage bandenspanning of geeft aan dat het TPMS niet goed werkt.
Nadat de contactschakelaar in de AAN stand is gezet, gaat dit lampje ongeveer 1 seconde branden en dooft vervolgens.
Waarschuwing Lage bandenspanning
Als er met een lage bandenspanning met de auto wordt gereden gaat het waarschuwingslampje branden. Er verschijnt ook een waarschuwing lage bandenspanning (bijv., [Bandendruk is laag Voeg lucht toe]) op het voertuiginformatiedisplay.
Wanneer het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning gaat branden, moet u stoppen en de spanning van alle 4 de banden op de waarde in KOUDE toestand brengen zoals aangegeven op de bandenspanningssticker die op de middenstijl aan bestuurderszijde is aangebracht, zie
. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat niet automatisch uit wanneer de bandenspanning is aangepast. Nadat de band is opgepompt tot de aanbevolen spanning, moet de auto met een snelheid van boven de 25 km/u (16 MPH) gereden worden om te zorgen dat het TPMS geactiveerd wordt en het waarschuwingslampje lage bandenspanning uit gaat. Gebruik een bandenspanningsmeter om de bandenspanning te controleren.De waarschuwing voor lage bandenspanning (bijv., [Lage bandenspanning lucht toevoegen]) verschijnt elke keer als de contactschakelaar in de AAN stand wordt gezet zolang het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning blijft branden.
Zie voor meer informatie
en .Het TPMS-systeem moet ook gereset worden nadat een band of wiel vervangen is, of nadat de wielen onderling omgewisseld zijn.
Bij een verandering in de buitentemperatuur kan het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaan branden zelfs wanneer de bandenspanning in orde is. Breng de bandenspanning weer op de waarde in KOUDE toestand wanneer de banden koud zijn en reset het TPMS.
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning toch gaat branden nadat u een reset heeft uitgevoerd kan dat erop wijzen dat het bandenspanningscontrolesysteem niet goed functioneert. Laat het systeem controleren door een NISSAN-dealer of erkend garagebedrijf.
Zie voor meer informatie
en .Storing in het TPMS
Als het TPMS niet correct werkt, gaat het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning gedurende ongeveer 1 minuut knipperen wanneer het contact in de AAN stand wordt gezet. Het lampje blijft na één minuut branden. Laat het systeem controleren door een NISSAN-dealer of erkend garagebedrijf. De waarschuwing lage bandenspanning verschijnt niet wanneer het waarschuwingslampje lage bandenspanning is gaan branden om aan te geven dat er een storing in het TPMS is.
Zie voor meer informatie
.Radiogolven kunnen een negatief effect hebben op elektrische medische apparatuur. Mensen met een pacemaker moeten daarom vóór gebruik contact opnemen met de fabrikant van hun elektrische medische apparaat voor informatie over de mogelijke effecten.
Als het lampje niet gaat branden terwijl het contact in de ON-stand staat, moet u de auto zo snel mogelijk laten nakijken door een NISSAN-dealer of een erkend garagebedrijf.
Als het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning gaat branden tijdens het rijden, is het raadzaam plotselinge stuurmanoeuvres of abrupt remmen te vermijden, de snelheid te matigen en de auto zo snel mogelijk te stoppen op een veilige plek langs de weg. Rijden met banden met een te lage bandenspanning kan de banden permanent beschadigen en de kans op bandbreuk vergroten. De auto zou ernstig beschadigd kunnen raken en een mogelijk ongeval met ernstig lichamelijk letsel zou het gevolg kunnen zijn. Controleer de bandenspanning van alle vier de banden. Pas de bandenspanning aan tot de aanbevolen spanning voor koude banden getoond op de bandenspanningssticker in de portieropening aan de bestuurderszijde om het waarschuwingslampje lage bandenspanning uit te schakelen. Als het waarschuwingslampje blijft branden tijdens het rijden nadat u de spanning net op peil heeft gebracht, kan het zijn dat u een lekke band heeft. Als u een lekke band heeft, deze zo snel mogelijk repareren met de reparatieset voor lekke banden (indien aanwezig) of het betreffende wiel vervangen door het reservewiel (indien aanwezig).
Vergeet niet het TPMS te resetten nadat u de bandenspanning heeft aangepast. Het TPMS zal alleen weer waarschuwen bij lage bandenspanning als het systeem gereset is.
Wanneer er een reservewiel wordt gemonteerd of een wiel wordt vervangen, zal het TPMS-systeem niet functioneren en gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning gedurende ongeveer 1 minuut knipperen. Het lampje blijft na één minuut branden. Neem zo snel mogelijk contact op met een NISSAN-dealer of erkend garagebedrijf om de band te laten vervangen en/of het systeem te laten resetten.
Als banden worden vervangen door banden die niet door NISSAN zijn voorgeschreven, kan dit een nadelig effect hebben op de juiste werking van het TPMS-systeem.
Het TPMS is geen vervanging voor een regelmatige controle van de bandenspanning. Controleer de bandenspanning regelmatig.
Als de auto met snelheden lager dan 25 km/u (16 MPH) wordt gereden, functioneert het TPMS mogelijk niet goed.
Zorg dat u banden met de voorgeschreven maat correct monteert op alle vier de wielen.