Nissan Juke 2023 Gebruikershandleiding
7.22.9.1. Werking van de snelheidsbegrenzer van ProPILOT Assist
- (1)<CANCEL>-schakelaar
- (A)<RES +>-schakelaar (Resume)
- (B)<SET -> (Set) schakelaar
- (2)Snelheidsbegrenzer “AAN/UIT”-hoofdschakelaar
- (3)ProPILOT Assist-schakelaar
- (4)Snelheidsbegrenzersymbool
- (5)Ingestelde snelheid
De snelheidsbegrenzer inschakelen
De snelheidsbegrenzer kan worden ingeschakeld na het starten van de motor of tijdens het rijden.
Druk op de snelheidsbegrenzer “ON/OFF” schakelaar (2).
Het snelheidsbegrenzersymbool (4) en de ingestelde snelheid (5) gaan branden in het voertuiginformatiedisplay.
Als de snelheidsbegrenzer wordt aangezet worden ook het Intelligent Lane Intervention-systeem (ILI) en het Intelligent Blind Spot Intervention-systeem aangezet, mits deze systemen zijn ingeschakeld in het [Rijhulpmiddelen]-menu op het voertuiginformatiedisplay. Zie voor meer informatie
en .De snelheidslimiet instellen
Druk op de <SET>-schakelaar.
De snelheidslimiet wordt ingesteld op de huidige snelheid.
Wanneer u langzamer dan 30 km/u (20 MPH) rijdt, wordt de snelheidsbegrenzer ingesteld op de minimum instelbare snelheid van 30 km/u (20 MPH).
Wanneer de snelheidslimiet is ingesteld, worden het snelheidslimietsymbool (4) en de ingestelde snelheid (5) groen.
Een snelheidslimiet wijzigen
Voer een van de volgende handelingen uit om een snelheidslimiet te wijzigen.
Druk op de <RES>-schakelaar (Resume) of <SET>-schakelaar en laat los. Telkens wanneer u dit doet neemt de ingestelde snelheid toe of af met 1 km/u (1 MPH).
Druk op de <RES>-schakelaar (Resume) of <SET>-schakelaar en houd ingedrukt. De ingestelde snelheid neemt toe of af tot het volgende veelvoud van 5 km/u (5 MPH) en vervolgens in stappen van 5 km/u (5 MPH).
De nieuwe ingestelde snelheidslimiet (5) zal worden weergegeven op het voertuiginformatiedisplay.
Wanneer de werkelijke voertuigsnelheid de ingestelde snelheid overschrijdt zonder dat de bestuurder ingrijpt, klinkt er een waarschuwingssignaal kort na het overschrijden van de ingestelde snelheid.
Een snelheidslimiet annuleren
Om een ingestelde snelheidslimiet te annuleren, drukt u op de <CANCEL>-schakelaar . Het snelheidslimietsymbool (4) en de ingestelde snelheid (5) op het voertuiginformatiedisplay worden groen.
Het is ook mogelijk de werking van de snelheidsbegrenzer te annuleren door het gaspedaal verder dan het weerstandspunt in te drukken.
Het kan zijn dat de auto accelereert wanneer de snelheidsbegrenzer wordt geannuleerd.
Als er extra vloermatten worden gebruikt, zorg er dan voor dat ze goed bevestigd zijn en dat ze de bediening van het gaspedaal niet kunnen belemmeren. Matten die niet geschikt zijn voor de auto kunnen een juiste werking van de snelheidsbegrenzer verhinderen.
Trap het gaspedaal verder in dan het weerstandspunt. De snelheidsbegrenzer wordt opgeheven zodat u harder kunt rijden dan de ingestelde snelheidslimiet. De ingestelde snelheid (5) gaat knipperen en een waarschuwingssignaal klinkt. De snelheidsbegrenzer hervat automatisch zijn werking wanneer de snelheid onder de ingestelde snelheidslimiet daalt.
Een eerder ingestelde snelheid hervatten
Als een ingestelde snelheidslimiet is geannuleerd, wordt deze opgeslagen in het geheugen van de snelheidsbegrenzer.
Deze snelheidslimiet kan opnieuw worden geactiveerd door op de <RES>-schakelaar (Resume) (A) te drukken.
Als de huidige rijsnelheid hoger is dan de eerder ingestelde snelheid, zal het gaspedaal niet werken en gaat de weergegeven ingestelde snelheid (5) knipperen totdat de snelheid onder de ingestelde snelheidslimiet daalt.
Wanneer de werkelijke voertuigsnelheid de ingestelde snelheid overschrijdt zonder dat de bestuurder ingrijpt, klinkt er een waarschuwingssignaal kort na het overschrijden van de ingestelde snelheid.
De snelheidsbegrenzer uitschakelen
De snelheidsbegrenzer wordt uitgeschakeld door het uitvoeren van een van de volgende handelingen:
Druk op de “AAN/UIT”-hoofdschakelaar van de snelheidsbegrenzer. Het snelheidsbegrenzersymbool (4) en de ingestelde snelheid (5) in het voertuiginformatiedisplay worden uitgeschakeld.
Druk op de blauwe ProPILOT Assist "ON/OFF"-schakelaar. Informatie over de snelheidsbegrenzer op het voertuiginformatiedisplay wordt vervangen door het ProPILOT Assist-display. Zie voor meer informatie
.Wanneer de auto is stilgezet en het contact in de UIT stand.
Door de snelheidsbegrenzer uit te zetten, wordt het geheugen van de snelheidsbegrenzer met de ingestelde snelheidslimieten gewist.
Storing in de snelheidsbegrenzer
In geval van een storing in de snelheidsbegrenzer, gaat het snelheidsbegrenzersymbool (4) op het voertuiginformatiedisplay knipperen.
Zet de snelheidsbegrenzer uit door de AAN/UIT-hoofdschakelaar (3) van de snelheidsbegrenzer in te drukken en laat het systeem nakijken door een NISSAN-dealer of erkend garagebedrijf.