Nissan Juke 2023 Gebruikershandleiding
7.23.2.1. Werking van het systeem
Het IEB-systeem treedt in werking wanneer de auto met snelheden boven ongeveer 5 km/u (3 MPH) rijdt.
Als er een risico op een botsing aan de voorzijde wordt gedetecteerd, zal het IEB-systeem de bestuurder eerst waarschuwen door de waarschuwing (wit) op het voertuiginformatiedisplay te laten knipperen en een alarmsignaal te geven.
Als de bestuurder na deze waarschuwing snel en krachtig de remmen bedient en het IEB-systeem desondanks waarneemt dat de kans op een frontale aanrijding nog steeds aanwezig is, zal het systeem automatisch de auto nog krachtiger afremmen.
Als de bestuurder hierop geen actie onderneemt, zal het IEB-systeem een tweede zichtbare (rode) en hoorbare waarschuwing geven, waarna het systeem gedeeltelijk zal afremmen.
Wanneer het risico op een botsing onvermijdelijk lijkt, zal het IEB-systeem automatisch nog meer kracht uitoefenen op de remmen.
Waarschuwing | Zichtbaar | Hoorbaar |
Eerste | Geluidssignaal | |
Tweede | Hoog geluidssignaal |
De remlichten van de auto gaan branden wanneer er geremd wordt door het IEB-systeem.
Wanneer het IEB-systeem een obstakel detecteert in het traject van de auto, zijn er mogelijk geluiden te horen uit de motorruimte aangezien de auto de remmen gereed maakt teneinde de reactietijd te verbeteren.
Afhankelijk van de rijsnelheid en de afstand tot de voorligger, alsmede van de rijomstandigheden en de wegomstandigheden, kan het systeem de bestuurder helpen om een aanrijding met een voorligger te voorkomen of in ieder geval de gevolgen van een aanrijding te beperken wanneer deze onvermijdelijk is.
Als de bestuurder het stuurwiel bedient, gas geeft of remt, zal het IEB-systeem later of helemaal niet in werking treden.
Automatisch afremmen zal onder de volgende omstandigheden onderbroken worden:
Wanneer er aan het stuurwiel wordt gedraaid, en wel zodanig dat een aanrijding voorkomen wordt.
Wanneer het gaspedaal wordt ingedrukt.
Wanneer er geen voorligger meer wordt waargenomen.
Als het IEB-systeem de auto heeft stopgezet, zal de auto gedurende ongeveer 2 seconden stil blijven staan voordat de remmen gelost worden.
Hieronder worden de systeembeperkingen van het Intelligent Emergency Braking-systeem vermeld. Nalaten om de auto te bedienen in overeenstemming met deze systeembeperkingen kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Het IEB-systeem kan niet alle voertuigen onder alle omstandigheden detecteren.
De radarsensor is niet in staat om de volgende objecten te detecteren:
Voetgangers, dieren of obstakels op de weg
Tegenliggers
Kruisende voertuigen
De radarsensor heeft enkele werkingsbeperkingen. Wanneer een stilstaand voertuig zich in de route van de auto bevindt, zal het IEB-systeem niet werken wanneer de auto met snelheden boven ongeveer 80 km/u (50 mph) rijdt.
De radarsensor detecteert een voorligger wellicht niet onder de volgende omstandigheden:
Als vuil, ijs, sneeuw of ander materiaal de radarsensor bedekt.
Bij storing die veroorzaakt wordt door andere radarbronnen.
Door sneeuw of opspattend water van andere weggebruikers.
Als de voorligger smal is (zoals een motor).
Op steile afdalingen of wegen met scherpe bochten.
Als er een aanhangwagen getrokken wordt.
In sommige weg- of verkeersomstandigheden kan het IEB-systeem mogelijk onverwacht licht remmen. Wanneer er gas gegeven moet worden, blijf dan het gaspedaal indrukken om het systeem te omzeilen.
Het IEB-systeem reageert mogelijk op de aanwezigheid van objecten langs de weg (verkeersborden, vangrail enz.).
De remweg is langer op glad wegdek.
Overmatig lawaai kan het geluid van het waarschuwingssignaal overstemmen waardoor het mogelijk niet gehoord wordt.
Het systeem is ontworpen om de functionaliteit van de sensor automatisch te controleren, binnen bepaalde beperkingen. Het systeem waarschuwt de bestuurder tijdens de eerste paar minuten na het starten van de motor wellicht niet altijd naar behoren voor functionele problemen. Het systeem detecteert mogelijk bepaalde vormen van obstructie van het sensoroppervlak niet, zoals bijvoorbeeld ijs, sneeuw, modder, stickers. In zulke gevallen kan het systeem de bestuurder mogelijk niet goed waarschuwen. Controleer het sensorgedeelte regelmatig, en maak zo nodig schoon.
Het Intelligent Emergency Braking-systeem kan mogelijk reageren op de aanwezigheid van
objecten langs de weg (verkeersborden, vangrails, voetgangers, voertuigen, enz.)
objecten boven de weg (een lage brug, verkeersborden, enz.)
objecten op het wegdek (spoorrails, roosters, stalen platen, enz.)
objecten in een parkeergarage (balken, pilaren, enz.)
Op sommige wegen zoals bochtige, heuvelachtige, of smalle wegen, of wegen met wegwerkzaamheden, kan de sensor mogelijk voertuigen detecteren op een andere rijstrook of een voorligger tijdelijk niet detecteren. Hierdoor kan het systeem slecht werken.
Het detecteren van voorliggers kan ook beïnvloed worden door de bediening van de auto (stuurmanoeuvre of positie op de rijstrook, enz.) of de voertuigconditie. In dat geval kan het systeem u mogelijk waarschuwen door middel van het knipperen van het systeemindicatielampje en het onverwachts afgeven van een geluidssignaal. U zult dan handmatig de juiste afstand tot de voorligger moeten controleren.