Nissan Juke 2023 Gebruikershandleiding

3.6.6.2. Installatie op de voorpassagiersstoel

image
  • Plaats nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagiersstoel zonder eerst de passagiersairbag uit te schakelen met de voorpassagiersairbagschakelaar (indien aanwezig), zie

    . Bij een frontale aanrijding zullen de voorairbags met grote kracht opgeblazen worden. Een voorairbag die wordt opgeblazen kan uw kind ernstig of dodelijk verwonden.
  • NISSAN adviseert om het kinderzitje op de achterbank te installeren. Wanneer u echter toch een kinderzitje op de voorstoel moet gebruiken, schuif de stoel dan eerst zover mogelijk naar achteren.

  • Kinderzitjes voor baby's moeten achterwaarts worden bevestigd en mogen daarom niet worden gebruikt op de voorstoel als de voorpassagiersairbag niet is uitgeschakeld.

Voorwaarts gericht

Volg de instructies van de fabrikant over het juiste gebruik van uw kinderzitje. Volg de volgende stappen voor het installeren van een voorwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagiersstoel met behulp van een driepuntsveiligheidsgordel zonder automatische blokkering:

  1. Schakel de voorpassagiersairbag uit door middel van de voorpassagiersairbagknop. (Zie

    .) Draai de contactschakelaar naar de ON-stand en controleer of het controlelampje voor de voorairbag image gaat branden.
    image
  2. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren (1).

  3. Plaats het kinderzitje op de stoel.

    image
  4. Voer de gesptong van de veiligheidsgordel door het kinderzitje en steek hem in de gesp (3) totdat u hem hoort vastklikken.

  5. Om speling in de gordelband te voorkomen, moet u de veiligheidsgordel op zijn plaats houden met de borgmiddelen die aan het kinderzitje zijn bevestigd.

    image
  6. Trek de veiligheidsgordel verder vast om eventuele speling te verwijderen en druk met uw knie het midden van het kinderzitje omlaag (4) en naar achteren (5) om de stoelzitting en de rugleuning van de autostoel samen te persen terwijl u de veiligheidsgordel strak trekt.

    image
  7. Controleer of het kinderzitje goed is bevestigd voordat u het kind erin zet. Trek het zitje heen en weer en naar voren om zeker te zijn dat het goed is bevestigd.

  8. Controleer bij elk gebruik van het kinderzitje altijd eerst of het stevig is bevestigd. Indien het kinderzitje los zit, herhaal dan de stappen 5 tot en met 8.

Achterwaarts gericht

Als u een kinderzitje op de voorstoel moet plaatsen, ga dan als volgt te werk:

  1. Schakel de voorpassagiersairbag uit door middel van de voorpassagiersairbagknop. (Zie

    .) Draai de contactschakelaar naar de ON-stand en controleer of het controlelampje voor de voorairbag image gaat branden.
    image
  2. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren (1).

  3. Plaats het kinderzitje op de passagiersstoel voorin.

    Volg altijd de instructies van de fabrikant van het kinderzitje wat betreft installatie en gebruik.

    image
  4. Haal de gesptong van de veiligheidsgordel door het kinderzitje en steek deze in de gesp totdat u hoort dat deze vastklikt.

    Om te voorkomen dat de heupgordel slap hangt, moet u de schoudergordel op zijn plaats houden met een borgclip (A). Gebruik de borgclip die aan het kinderzitje vastzit of een met dezelfde afmetingen en sterkte.

    Volg de instructies van de fabrikant van het kinderzitje voor het bevestigen van de gordel.

  5. Schuif de stoel naar voren zodat de veiligheidsgordel het kinderzitje volledig vastzet en het kinderzitje het dashboard raakt.

  6. Controleer of het kinderzitje goed is bevestigd voordat u het kind erin zet. Ga na of het niet teveel heen en weer kan kantelen. Probeer het zitje naar voren te trekken om te controleren of het stevig op zijn plaats wordt gehouden.

Hoofdonderwerp: