Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding
4.14. Achterdeur alarm (indien aanwezig)
Het Achterdeur alarmsysteem werkt onder bepaalde omstandigheden om aan te geven dat er mogelijk een object op de achterstoel(en) ligt of een passagier op de achterstoel(en) zit. Controleer de stoel(en) voordat u de auto verlaat.
Het Achterdeur alarm staat aanvankelijk uit. De bestuurder kan het systeem inschakelen op het voertuiginformatiedisplay. (Zie
.)Wanneer het systeem is ingeschakeld:
Het systeem wordt geactiveerd wanneer een achterportier wordt geopend en gesloten. Wanneer de auto wordt gestart en het systeem wordt geactiveerd, wordt een visueel bericht op het voertuiginformatiedisplay weergegeven. (Zie
.)Als een achterportier wordt geopend en gesloten zonder dat er met de auto wordt gereden, zal het systeem niet worden geactiveerd. Het systeem kan alleen worden geactiveerd als een achterportier wordt geopend en gesloten en er met de auto wordt gereden.
Het tijdsinterval om het systeem te activeren tussen het moment waarop het achterportier wordt geopend en gesloten en de auto wordt gestart bedraagt ongeveer 10 minuten. Een langer interval duidt niet op een storing.
Wanneer het Achterdeur alarmsysteem geactiveerd wordt:
Wanneer de bestuurder de auto in de P-stand (parkeren) zet, wordt een melding op het voertuiginformatiedisplay weergegeven met de opties [Bericht negeren] of [Alarm uitschakelen] die naar wens kunnen worden gekozen .
Selecteer [Alarm uitschakelen] om het tijdelijk tijdens die stop uit te schakelen.
Geen keuze of [Bericht negeren] houdt het alarm tijdens die stop ingeschakeld.
Als het alarm is ingeschakeld wanneer de bestuurder de auto verlaat, zal een bericht op het voertuiginformatiedisplay worden weergegeven waarin staat [Controleer achterbank op voorwerpen].
Als de instelling [Claxon en waarschuw.] is geselecteerd:
Een claxongeluid zal na korte tijd klinken tenzij een achterportier binnen korte tijd wordt geopend en gesloten om het alarm te deactiveren.
Als de portieren worden vergrendeld voordat het alarm wordt gedeactiveerd door een achterportier te openen, zal de claxon klinken.
Als de achterklep wordt geopend voordat een achterportier wordt geopend, zal de claxon worden uitgesteld tot na het sluiten van de achterklep.
Als de instelling [Alleen waarschuwing] wordt geselecteerd, zal het alarmbericht nog steeds op het voertuiginformatiedisplay worden getoond, maar de claxon zal niet klinken.
Als de bestuurder [Alarm uitschakelen] selecteert, zal er geen hoorbaar alarm of een bericht worden gegeven ongeacht het openen/sluiten van een achterportier.
Het kan voorkomen dat er een object op de achterstoel(en) ligt of dat er een passagier op de achterstoel(en) zit en dat het hoorbare alarm niet klinkt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als passagiers achterin in de auto of uit de auto stappen tijdens een rit.
Het systeem detecteert niet direct objecten of passagiers op de achterstoel(en). Het kan in plaats daarvan detecteren wanneer een achterportier wordt geopend en gesloten en aangeven dat er mogelijk iets op de achterstoel(en) is achtergebleven.
Het kan voorkomen dat de claxon klinkt maar dat er geen objecten op de achterstoel(en) liggen of passagiers op de achterstoel(en) zitten.