Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding
7.22.8.4. Speed Limit Link (indien aanwezig)
Hieronder worden de systeembeperkingen van de Speed Limit Link vermeld. Nalaten om de auto te bedienen in overeenstemming met deze systeembeperkingen kan leiden tot ernstig letsel of de dood:
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om de juiste snelheid te selecteren, de verkeersregels in acht te nemen en rekening te houden met de overige weggebruikers.
De Speed Limit Link werkt mogelijk niet goed en de werkelijke snelheidslimiet wordt mogelijk niet toegepast op de ingestelde voertuigsnelheid onder alle omstandigheden. De bestuurder dient handmatig de voertuigsnelheid te regelen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden:
Wanneer de Traffic Sign Recognition (TSR) niet goed werkt of uitgeschakeld is. (Zie
.)Wanneer er gereden wordt in een gebied met parallelwegen in de nabijheid (bijvoorbeeld, een snelweg met een ventweg).
Wanneer er gereden wordt in een gebied waar elke rijstrook een ander snelheidslimietbord heeft.
Wanneer er gereden wordt op een weg in aanleg of in een gebied met wegwerkzaamheden.
Wanneer het bord Einde snelheidslimiet wordt aangegeven.
Wanneer de snelheidseenheid geselecteerd op het voertuiginformatiedisplay anders is dan de eenheid van het snelheidslimietbord.
Wanneer het ICC-systeem actief is en een wijziging van de snelheidslimiet detecteert, wordt de nieuwe snelheidslimiet aangegeven en kan deze handmatig worden toegepast op de ingestelde voertuigsnelheid.
De Speed Limit Link treedt in werking:
Wanneer de gedetecteerde snelheidslimiet 30 km/u (20 MPH) en hoger bedraagt.
De [Snelh.lim.koplng] wordt ingeschakeld in het instellingenmenu van het voertuiginformatiedisplay.
In de volgende situaties zal de Speed Limit Link niet in werking treden:
Wanneer een verhoging van de aangegeven snelheidslimiet wordt gedetecteerd maar de ingestelde voertuigsnelheid reeds hoger is dan de nieuwe snelheidslimiet.
Wanneer een verlaging van de aangegeven snelheidslimiet wordt gedetecteerd maar de ingestelde voertuigsnelheid reeds lager is dan de nieuwe snelheidslimiet.
Systeemweergave en -indicatielampjes
Indicatielampje gedetecteerde snelheidslimiet
Toont de op het moment gedetecteerde snelheidslimiet. Zie voor meer informatie
.Indicatielampje toegepaste snelheidslimiet (groene rand)
Geeft aan dat de gedetecteerde snelheidslimiet kan worden toegepast op de ingestelde voertuigsnelheid.
Indicatielampje Speed Limit Link
Geeft de werking van het systeem aan.
“” : De handmatige modus wordt geactiveerd en een nieuwe snelheidslimiet (hogere snelheidswaarde) wordt aangegeven.
“” : De handmatige modus wordt geactiveerd en een nieuwe snelheidslimiet (lagere snelheidswaarde) wordt aangegeven.
Het systeem bedienen
Wanneer het systeem een andere snelheidslimiet detecteert, wordt de nieuwe snelheidswaarde aangegeven. De ingestelde voertuigsnelheid kan handmatig worden aangepast aan de aangegeven snelheidslimiet.
Om de nieuw aangegeven snelheidslimiet te accepteren, bedien de <RES+>-schakelaar (bij hogere snelheidslimiet) of <SET->-schakelaar (bij lagere snelheidslimiet).
Het indicatielampje Speed Limit Link ( of ) gaat na ongeveer 15 seconden uit als de <RES+>- of <SET->-schakelaar niet wordt bediend. (Het indicatielampje Speed Limit Link kan direct worden uitgezet door de schakelaar te bedienen die tegengesteld is aan de richting die wordt aangegeven door het indicatielampje Speed Limit Link.)
Het systeem zal niet worden geactiveerd als er geen wijziging in de snelheidslimiet wordt gedetecteerd.
Het systeem activeren of deactiveren
Druk de knop op het stuurwiel totdat [Instellingen] op het voertuiginformatiedisplay wordt weergegeven en druk op de bladerknop.
Gebruik de bladerknop om [Rij-assistentie] te selecteren. Druk dan op de bladerknop.
Selecteer [Snelh.lim.koplng] en druk op de bladerknop om het systeem in of uit te schakelen.
Het systeem behoudt de huidige instellingen op het voertuiginformatiedisplay ook al wordt de motor opnieuw gestart.
Afwijking Speed Limit Link selecteren
Het is mogelijk om in te stellen of de snelheidslimiet exact moet worden geaccepteerd, of met een tolerantie van -10 km/u (-5 MPH) tot +10 km/u (+5 MPH).
Druk de knop op het stuurwiel totdat [Instellingen] op het voertuiginformatiedisplay wordt weergegeven en druk op de bladerknop.
Gebruik de bladerknop om [Rij-assistentie] te selecteren. Druk dan op de bladerknop.
Selecteer [Afwijk.snelh.kop.] en druk op de bladerknop om de tolerantiewaarde te selecteren. (Selecteer [OFF] om de functie uit te schakelen.)
De functie behoudt de huidige instellingen op het voertuiginformatiedisplay ook al wordt de motor opnieuw gestart.