10.13.1.1. Reinigen

Als de voorruit niet schoon is na gebruik van de ruitensproeier of als het ruitenwisserblad schokt tijdens het wissen, zit er mogelijk was of een ander materiaal op het wisserblad of op de voorruit.

Maak de voorruit aan de buitenzijde schoon met een oplossing van ruitensproeiervloeistof of met een mild reinigingsmiddel. Uw voorruit is schoon als zich geen losse druppels vormen tijdens het spoelen met schoon water.

Maak elk wisserblad schoon met een oplossing van ruitensproeiervloeistof of met een mild reinigingsmiddel. Spoel het wisserblad vervolgens af met schoon water. Vervang de wisserbladen als uw voorruit nog altijd niet goed schoon is na wissen met gereinigde wissers.

Versleten ruitenwissers kunnen de voorruit beschadigen en het zicht van de bestuurder belemmeren.