Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding

7.21.2.12. Beperkingen van de volgafstandregeling

image

Hieronder worden de systeembeperkingen van het ICC-systeem aangegeven. Nalaten om de auto te bedienen in overeenstemming met deze systeembeperkingen kan leiden tot ernstig letsel of de dood.

  • Het systeem is vooral bedoeld voor gebruik op rechte, droge of open wegen zonder al te druk verkeer. Het is niet verstandig om het systeem te gebruiken in stadsverkeer of op overvolle wegen.

  • Het systeem past zich niet automatisch aan de wegomstandigheden aan. Dit systeem functioneert het best in verkeer met een rustige rijstroom. Gebruik het systeem niet op wegen met scherpe bochten, steile hellingen, op bevroren wegen, en bij zware regen of mist.

  • Aangezien de afstandsregelingfunctie onderhevig is aan prestatiebeperkingen, moet u nooit alleen op het ICC-systeem vertrouwen. Dit systeem is niet bedoeld om roekeloos, onvoorzichtig of onoplettend rijgedrag te corrigeren en biedt ook geen hulp bij verminderd zicht door regen, mist, of andere slechte weersomstandigheden. Matig uw snelheid door het rempedaal in te trappen, afhankelijk van de afstand tot de voorligger en de omliggende omstandigheden, om zo een veilige afstand tussen de voertuigen te behouden.

  • Houd altijd uw aandacht bij het bedienen van de auto en zorg ervoor dat u altijd klaar bent om de juiste volgafstand zelf aan te passen. De volgafstandregeling van het ICC-systeem zal onder sommige rijomstandigheden niet in staat zijn om de geselecteerde afstand tussen auto's (volgafstand) of de geselecteerde rijsnelheid aan te houden.

  • Het systeem zal onder bepaalde weg- of weersomstandigheden een voertuig vóór u niet altijd detecteren. Om ongevallen te voorkomen moet u het ICC-systeem onder de volgende omstandigheden nooit gebruiken:

    • Op drukke wegen of op wegen met scherpe bochten

    • Op gladde wegoppervlakken, zoals op ijs of sneeuw, enz.

    • Tijdens slecht weer (regen, mist, sneeuw, enz.)

    • Wanneer de sensor van het systeem is bedekt met regen, sneeuw of vuil

    • Heuvelafwaarts (de auto gaat mogelijk sneller rijden dan de ingestelde snelheid en door de aanhoudende remwerking kunnen de remmen oververhit raken)

    • Op alsmaar dalende en stijgende wegen

    • Wanneer het door de verkeersomstandigheden lastig wordt om de juiste afstand tussen auto's te bewaren, vanwege het veelvuldig accelereren en vertragen

    • Bij storing door andere radarbronnen

  • Bij sommige weg- of verkeersomstandigheden kan een voertuig of een object onverwachts in het detectiegebied van de sensor terechtkomen waardoor de auto automatisch afgeremd wordt. U moet wellicht de volgafstand tot eventuele voorliggers regelen door middel van het gaspedaal. Blijf te allen tijde alert en vermijd het gebruik van het ICC-systeem als het wordt afgeraden in dit hoofdstuk.

  • Gebruik het ICC-systeem niet wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept. Het systeem zal mogelijk voorliggers niet detecteren.

De radarsensor is niet in staat om de volgende objecten op te merken:

  • Stilstaande en langzaam rijdende voertuigen

  • Voetgangers of objecten op de weg

  • Tegemoetkomend verkeer op dezelfde rijstrook

  • Motorfietsen die aan de rand van de rijstrook rijden

Deze sensor vangt over het algemeen de signalen op die door de reflectors van de voorligger worden weerkaatst. Als de sensor de reflector van het voorliggende voertuig niet kan waarnemen, kan het ICC-systeem de geselecteerde afstand mogelijk niet handhaven.

Hier volgen enkele omstandigheden waaronder de sensor de signalen niet kan detecteren:

  • Wanneer sneeuw of opspattend water van de weg het zicht van de sensor vermindert

  • Wanneer de achterbank of bagageruimte van uw auto is volgeladen met zeer zware bagage

  • Als u met een aanhangwagen rijdt, enz.

Het ICC-systeem is ontworpen om automatisch de werking van de sensor te controleren binnen de beperkingen van het systeem. Als de sensor is bedekt met vuil of als het wordt belemmerd, wordt het systeem automatisch uitgeschakeld. Als de sensor is bedekt met ijs, een doorzichtige of doorschijnende zak van vinyl, enz., is het ICC-systeem mogelijk niet in staat dit op te merken. De volgafstandregeling wordt in deze gevallen mogelijk niet uitgeschakeld en kan wellicht de geselecteerde afstand tot de voorligger niet handhaven. Controleer en reinig de sensor regelmatig.

image

Het detectiegebied van de radarsensor is beperkt. De volgafstandregeling kan alleen de geselecteerde afstand bewaren als een voorligger zich in het detectiegebied bevindt.

Een voorligger kan door zijn positie op de rijstrook buiten het detectiegebied komen te liggen. Motorfietsen worden soms niet opgemerkt in dezelfde rijstrook als zij op enige afstand van de middellijn van de rijstrook rijden. Een auto die vóór u invoegt in uw rijstrook, wordt mogelijk niet gedetecteerd totdat hij zich volledig op uw rijstrook verplaatst heeft. In dit geval zal het ICC-systeem u mogelijk waarschuwen door middel van een geluidssignaal en het knipperen van het indicatielampje van het systeem. De bestuurder zal dan wellicht handmatig de volgafstand moeten aanpassen.

image

Op sommige wegen, zoals bochtige, heuvelachtige, of smalle wegen, of op wegen met wegwerkzaamheden, kan de radarsensor voertuigen op een andere rijstrook detecteren of een voorligger soms tijdelijk niet detecteren. Hierdoor kan het gebeuren dat het ICC-systeem de auto afremt of juist gas geeft.

Het detecteren van voorliggers kan ook beïnvloed worden door de bediening van de auto (stuurmanoeuvre of positie op de rijstrook, enz.) of de voertuigconditie. In dit geval zal het ICC-systeem u mogelijk waarschuwen door middel van een onverwacht geluidssignaal en het knipperen van het indicatielampje van het systeem. U zult dan zelf moeten zorgen dat de auto de juiste volgafstand tot de voorligger aanhoudt.

Hoofdonderwerp: