Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding
6.8.2.3. Werking van de airconditioning
Start de motor, draai de 
knop naar de gewenste stand en druk op de <A/C>-knop om de airconditioning te activeren. Wanneer de airconditioning in werking is, worden koel- en ontvochtigingsfuncties toegevoegd aan de verwarming. De koelfunctie van de airconditioning werkt alleen als de motor draait.
Koelen
Deze modus wordt gebruikt om de lucht te koelen en te ontvochtigen.
Druk op de
knop om het controlelampje uit te zetten voor het selecteren van de buitenluchtrecirculatie.Druk op de
knop. (Het controlelampje gaat branden.)Draai de
knop naar de gewenste stand.Druk op de <A/C>-knop. (Het controlelampje gaat branden.)
Draai de temperatuurregelknop in de gewenste stand tussen midden en koel (links).
Verwarmen en ontvochtigen
Deze modus wordt gebruikt om lucht te verwarmen en te ontvochtigen.
Druk op de
knop om het controlelampje uit te zetten voor het selecteren van de buitenluchtrecirculatie.Druk op de
knop. (Het controlelampje gaat branden.) Draai de
knop naar de gewenste stand.Zet aan met de <A/C>-knop. (Het controlelampje gaat branden.)
Draai de temperatuurregelknop in de gewenste stand tussen midden en hoog (rechts).
Ontwasemen en ontvochtigen
Deze modus wordt gebruikt om de ramen te ontwasemen en de lucht te ontvochtigen.
Druk op de
knop om het controlelampje uit te zetten voor het selecteren van de buitenluchtrecirculatie.Druk op de
knop. (Het controlelampje gaat branden.)Draai de
knop naar de gewenste stand.Druk op de <A/C>-knop. (Het controlelampje gaat branden.)
Draai de temperatuurregelknop naar de gewenste stand.
Wanneer de modus wordt geselecteerd, gaat de airconditioning automatisch uit als de buitentemperatuur net boven het vriespunt ligt. Hierdoor wordt de lucht ontvochtigd, wat helpt om de voorruit te ontwasemen. De luchtrecirculatiemodus wordt automatisch uitgeschakeld, zodat buitenlucht het interieur in kan stromen om het ontwasemen te verbeteren.
De airconditioning moet minstens eenmaal per maand ongeveer 10 minuten worden aangezet. Op deze manier wordt schade aan het airconditioningsysteem door onvoldoende smering voorkomen.
Bij hete en vochtige omstandigheden kunt u damp uit de ventilatieroosters zien komen als gevolg van de snelle afkoeling van de lucht. Dit duidt niet op een storing.
Als de koelvloeistoftemperatuur te hoog wordt, zal de luchtrecirculatiemodus worden geactiveerd en gaat het controlelampje automatisch branden.
Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat de temperatuur van de koelvloeistof boven normaal ligt, zet de airconditioning dan uit. (Zie
.)