Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding
7.26.3. Beperkingen van het RAB-systeem
Hieronder worden de beperkingen van het RAB-systeem beschreven. Nalatigheid in het opvolgen van de waarschuwingen en aanwijzingen voor correct gebruik van het RAB-systeem kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Wanneer de auto een obstakel nadert terwijl het gaspedaal of het rempedaal wordt ingetrapt, werkt de functie mogelijk niet of treedt het systeem later in werking. Het RAB-systeem werkt mogelijk niet of werkt niet goed genoeg door bepaalde voertuigcondities of rijcondities, de verkeerssituatie, het weer, de condities van het wegdek, enz. Wacht niet totdat het systeem in werking treedt. Bedien zelf het rempedaal zodra dit nodig is.
Als het nodig is om de werking van het RAB-systeem op te heffen, druk dan krachtig op het gaspedaal.
Controleer altijd de omgeving en draai u om voordat u achteruitrijdt om te controleren wat er zich achter de auto afspeelt. Het RAB-systeem detecteert stilstaande objecten achter de auto. Het RAB-systeem detecteert de volgende objecten niet:
Bewegende objecten
Lage objecten
Smalle objecten
Wigvormige objecten
Objecten met complexe vormen
Meerdere objecten dichtbij
Objecten dichtbij de bumper (op een afstand minder dan ongeveer 30 cm (1 ft))
Objecten die plotseling verschijnen
Dunne objecten zoals touw, draad, kettingen, enz.
Het RAB-systeem treedt mogelijk niet in werking bij voetgangers of dieren.
Het RAB-systeem treedt mogelijk niet in werking bij de volgende obstakels:
Obstakels die zich hoog boven de grond bevinden
Obstakels die zich in een verplaatste positie bevinden ten opzichte van uw auto
Obstakels zoals sponzige materialen of sneeuw, waarvan het buitenste oppervlak zacht is en makkelijk geluidsgolven kunnen absorberen
Het RAB-systeem treedt mogelijk niet in werking onder de volgende omstandigheden:
Regen, sneeuw, ijs, vuil, enz. hecht zich aan de parkeersensoren.
Een hard geluid wordt gehoord in het gebied rond de auto.
Het oppervlak van het obstakel bevindt zich diagonaal ten opzichte van de achterzijde van de auto.
De parkeersensoren of het gebied eromheen is zeer heet of zeer koud.
Het RAB-systeem treedt mogelijk onbedoeld in werking onder de volgende omstandigheden:
Het gebied rond de auto is overwoekerd met gras.
Er is een constructie naast de auto (bijvoorbeeld, een muur, de uitrusting van een tolpoort, een smalle tunnel of de poort van een parkeerplaats).
Er zijn hobbels, uitsteeksels of putdeksels te vinden in het wegdek.
De auto rijdt door een gedrapeerde vlag of een gordijn.
De auto rijdt op een steile helling.
Er is opgehoopte sneeuw of ijs achter de auto.
Een ultrasone geluidsbron, zoals de parkeersensoren van een ander voertuig, bevindt zich in de buurt van de auto.
Als de automatisch rembediening in werking treedt, zal deze niet nogmaals in werking treden als de auto hetzelfde obstakel nadert.
De automatische rembediening werkt alleen gedurende een korte tijd. De bestuurder moet daarom het rempedaal intrappen.
In de volgende situaties werkt het RAB-systeem mogelijk niet goed of niet goed genoeg:
De auto rijdt bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, enz.).
De auto rijdt op een steile helling.
De positie van de auto is gewijzigd (bijv., wanneer de auto over een hobbel rijdt).
De auto rijdt op een glad wegdek.
De auto maakt een scherpe bocht, door het stuur volledig naar links of naar rechts te draaien.
Sneeuwkettingen worden gebruikt.
Andere wielen of banden dan de door NISSAN aanbevolen wielen of banden worden gebruikt.
De remmen zijn koud bij lage omgevingstemperaturen of direct na het wegrijden.
De remkracht neemt af door natte remmen na het rijden door een plas of na het wassen van de auto.
Schakel het RAB-systeem uit in de volgende gevallen om te voorkomen dat er onverwachts een ongeluk plaatsvindt als gevolg van het plotseling in werking treden van het systeem:
De auto wordt gesleept.
De auto wordt vervoerd op een dieplader.
De auto bevindt zich op de rollenbank.
De auto rijdt op een onregelmatig wegdek.
Andere ophangingsonderdelen dan de onderdelen die als origineel zijn aangewezen worden gebruikt. (Als de voertuighoogte of de hellingsgraad van de voertuigcarrosserie wordt gewijzigd, detecteert het systeem een obstakel mogelijk niet correct.)
Wanneer een aanhanger of een ander voertuig wordt getrokken, schakel het RAB-systeem dan uit om een onverwacht ongeval door het plotseling in werking treden van het systeem te voorkomen. (Zie
.)Overmatig geluid (bijv. het volume van het audiosysteem of een open raam) kan het geluidssignaal verstoren, waardoor het mogelijk niet gehoord wordt.