Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding
7.34. Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
De elektronische stabiliteitscontrole (ESP) maakt gebruik van verschillende sensoren om toezicht te houden op de handelingen van de bestuurder en de bewegingen van het voertuig. Onder bepaalde rijomstandigheden helpt het ESP-systeem om de volgende functies uit te voeren.
Regelt de remkracht om wielslip op één slippend aangedreven wiel te verminderen en de kracht te verplaatsen naar het wiel op dezelfde as dat niet slipt.
Regelt de remkracht en het motorvermogen om wielslip te verminderen op de aangedreven wielen op basis van de rijsnelheid (tractiecontrolefunctie).
Regelt de remkracht op de afzonderlijke wielen, alsmede het motorvermogen, om de bestuurder te helpen het voertuig onder controle te houden onder de volgende omstandigheden:
onderstuur (voertuig heeft de neiging van de stuurrichting af te wijken ondanks dat er sterker gestuurd wordt)
overstuur (voertuig heeft de neiging tot wielspin bij bepaalde wegomstandigheden of rijomstandigheden).
Het ESP-systeem kan de bestuurder helpen het voertuig onder controle te houden, maar het kan niet in alle gevallen voorkomen dat de bestuurder de macht over het stuur verliest.
Wanneer het ESP-systeem in werking is, zal het slipcontrolelampje op het dashboard knipperen, let dus op het volgende:
De weg kan glad zijn of het systeem kan bepalen dat een ingreep vereist is om het voertuig op zijn koers te houden.
U voelt dan wellicht een trilling in het rempedaal en hoort een geluid of vibratie van onder de motorkap vandaan komen. Dit is normaal en geeft aan dat het ESP-systeem correct werkt.
Pas uw snelheid aan de omstandigheden aan.
Als er een storing optreedt in het systeem, gaat het slipcontrolelampje branden op het dashboard. Het ESP-systeem gaat automatisch uit.
Het voertuiginformatiedisplay wordt gebruikt om het ESP-systeem uit te schakelen. Het indicatielampje ESP OFF gaat branden om aan te gegeven dat het ESP-systeem uit staat. Wanneer het ESP-systeem is uitgeschakeld, werkt het ESP-systeem nog steeds om doorslippen van één van de aangedreven wielen te voorkomen door vermogen over te brengen op een aangedreven wiel dat niet slipt. Het slipcontrolelampje knippert als dit gebeurt. Alle andere ESP-functies zullen niet werken, en het slipcontrolelampje ${2} zal niet knipperen. Het ESP-systeem wordt automatisch weer aangezet wanneer de contactschakelaar in de OFF-stand wordt gedrukt en vervolgens weer op ON.
De computer heeft een ingebouwde zelfdiagnosefunctie die het systeem test telkens wanneer u de motor start en op lage snelheid voor- of achteruit rijdt. Tijdens deze zelfdiagnose hoort u soms een soort gebonk of voelt u trillingen in het rempedaal. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Het ESP-systeem is bedoeld om de rijstabiliteit te verbeteren, maar het voorkomt geen ongelukken als gevolg van plotselinge stuurmanoeuvres of door een onzorgvuldige of gevaarlijke rijstijl. Matig uw snelheid, rijd voorzichtig en let vooral op wanneer u rijdt en bochten neemt op glad wegdek.
Breng geen wijzigingen aan in de wielophanging van de auto. Als onderdelen van de wielophanging, zoals schokdempers, veerpoten, veren, stabilisatorstangen, moffen en wielen niet door NISSAN zijn aanbevolen voor uw auto of extreem versleten zijn, werkt het ESP-systeem mogelijk niet goed. Dit kan de rijeigenschappen van de auto nadelig beïnvloeden en het slipcontrolelampje gaan branden.
Als onderdelen van het remsysteem, zoals remblokken, remschijven en remblokhouders niet door NISSAN zijn aanbevolen of extreem versleten zijn, werkt het ESP-systeem wellicht niet goed, en kan het slipcontrolelampje gaan branden.
Als onderdelen gerelateerd aan de motorregeling niet de door NISSAN aanbevolen onderdelen zijn of zeer versleten zijn, kan het slipcontrolelampje gaan branden.
Wanneer u op buitengewoon schuine hellingen rijdt, zoals in hellende bochten, werkt het ESP-systeem wellicht niet goed en kan het slipcontrolelampje gaan branden. Rijd niet op dit soort wegen.
Wanneer u op een onstabiele ondergrond rijdt, zoals een draaitafel, veerboot, lift of hellingbaan, kan het slipcontrolelampje gaan branden. Dit duidt niet op een storing. Start de motor opnieuw nadat u zich weer op een stabiele ondergrond bevindt.
Als andere dan de NISSAN aanbevolen wielen of banden worden gebruikt, werkt het ESP-systeem wellicht niet goed en kan het slipcontrolelampje gaan branden.
Het ESP-systeem is op een besneeuwde weg geen vervanging voor winterbanden of sneeuwkettingen.