5.2.4. Vergrendelen met de schakelaar centrale portiervergrendeling

Met de schakelaar voor centrale portiervergrendeling (op de portieren van de bestuurder en voorpassagier) kunt u alle portieren vergrendelen of ontgrendelen.

Om de portieren te vergrendelen, drukt u de schakelaar centrale portiervergrendeling in de vergrendelstand (1).

Het controlelampje portiervergrendeling op de dakconsole gaat branden wanneer de portieren worden vergrendeld.

Om de portieren te ontgrendelen, drukt u de schakelaar centrale portiervergrendeling in de ontgrendelstand (2).

Laat de Intelligent Key nooit in de auto achter wanneer u uit de auto stapt.

Modellen zonder het Superlocksysteem: Als een portier met de hand van binnenuit wordt geopend na te hebben gedrukt op de vergrendelknop van de Intelligent Key , zal het portier ontgrendeld worden en het controlelampje portiervergrendeling uit gaat.