Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding
7.14.3. Beperkingen van het Intelligent Lane Intervention-systeem
Hieronder worden de systeembeperkingen van het Intelligent Lane Intervention-systeem vermeld. Nalatigheid in het opvolgen van de waarschuwingen en aanwijzingen voor correct gebruik van het Intelligent Lane Intervention-systeem kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Het Intelligent Lane Intervention-systeem wordt mogelijk geactiveerd als u van rijstrook verandert zonder eerst de richtingaanwijzer aan te zetten of, bijvoorbeeld, als het verkeer op een weg met wegwerkzaamheden omgeleid wordt over een bestaande rijstrookmarkering. Als dit gebeurt moet u waarschijnlijk corrigerend bijsturen om de verandering van rijstrook te kunnen voltooien.
Aangezien het Intelligent Lane Intervention-systeem wellicht niet altijd in werking treedt onder de weg-, weers- en rijstrookmarkeringsomstandigheden die in dit hoofdstuk beschreven staan, wordt het mogelijk niet geactiveerd als uw auto de rijstrook begint te verlaten, waardoor u corrigerend zult moeten bijsturen.
Het Intelligent Lane Intervention-systeem werkt niet bij snelheden onder ongeveer 60 km/u (37 MPH) of als het de rijstrookmarkeringen niet kan detecteren.
Wanneer het Intelligent Lane Intervention-systeem in werking is, vermijd dan extreme of plotselinge stuurmanoeuvres. U zou anders de macht over het stuur kunnen verliezen.
Gebruik het Intelligent Lane Intervention-systeem niet onder de volgende omstandigheden, aangezien het dan waarschijnlijk niet goed zal werken:
Tijdens slecht weer (regen, mist, sneeuw, enz.).
Wanneer u op glad wegdek rijdt, zoals op ijs of sneeuw.
Wanneer u op bochtige of ongelijke wegen rijdt.
Wanneer een rijstrook afgesloten is wegens wegwerkzaamheden.
Wanneer u op een tijdelijke of geïmproviseerde rijstrook rijdt.
Wanneer u op een te smalle rijstrook rijdt.
Wanneer u rijdt met banden die niet in optimale conditie verkeren (bijvoorbeeld, versleten banden, banden met een te lage spanning, sneeuwkettingen, afwijkende wielen).
Wanneer de auto is uitgerust met niet-originele remonderdelen of ophangingsonderdelen.
Wanneer een aanhangwagen of een ander voertuig gesleept wordt.
Op wegen met meerdere parallelle rijstrookmarkeringen; vage rijstrookmarkeringen; gele rijstrookmarkeringen; ongewone rijstrookmarkeringen; of rijstrookmarkeringen die bedekt zijn met water, vuil, sneeuw, enz.
Op wegen waar onderbroken markeringen nauwelijks zichtbaar zijn.
Op wegen met scherpe bochten.
Op wegen met scherp contrasterende objecten, zoals schaduwen, sneeuw, water, wielsporen, naden of lijnen die zijn achtergebleven na wegwerkzaamheden. (Het Intelligent Lane Intervention-systeem kan deze zaken mogelijk interpreteren als rijstrookmarkeringen.)
Op wegen waar rijstroken samengevoegd of gesplitst worden.
Wanneer de rijrichting van het voertuig niet op één lijn ligt met de rijstrookmarkering.
Wanneer u dicht op de auto voor u rijdt, waardoor het detectiebereik van de camera belemmerd wordt.
Wanneer regen, sneeuw of vuil op de voorruit terecht is gekomen, voor de plek waar de camera zit.
Wanneer de koplampen niet genoeg licht afgeven door vuil op de lens of verkeerde afstelling.
Wanneer er scherp licht in de camera schijnt. (Bijvoorbeeld direct zonlicht bij zonsopgang of zonsondergang.)
Bij plotselinge veranderingen in de lichtomstandigheden. (Bijvoorbeeld wanneer het voertuig een tunnel in- of uitrijdt of onder een brug doorrijdt.)
Wanneer het Intelligent Lane Intervention-systeem in werking is, hoort u wellicht remgeluiden. Dit is normaal en geeft aan dat het Intelligent Lane Intervention-systeem correct werkt.