Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding

6.5.6. Beperkingen van de Intelligent Around View Monitor

image

Hieronder worden de systeembeperkingen van de Intelligent Around View Monitor vermeld. Nalaten om de auto te bedienen in overeenstemming met deze systeembeperkingen kan leiden tot ernstig letsel of de dood.

  • Gebruik de Intelligent Around View Monitor niet als de buitenspiegels zich in de opgeslagen stand bevinden en controleer of de achterklep goed gesloten is wanneer u de auto bedient met behulp van de Intelligent Around View Monitor.

  • De schijnbare afstand tussen objecten die weergegeven wordt op de Intelligent Around View Monitor verschilt van de werkelijke afstand.

  • De camera's zijn geïnstalleerd op de voorgrille, op de buitenspiegels en boven de kentekenplaat aan achterzijde. Bedek de camera's niet.

  • Wanneer u de auto wast met een hogedrukreiniger, spuit dan niet rond de camera's. Water zou de camera kunnen binnendringen en condensvorming op de lens, storingen, brand of elektrische schokken kunnen veroorzaken.

  • Stoot niet tegen de camera's. Het zijn precisie-instrumenten. U kunt een storing of schade veroorzaken die kan leiden tot brand of een elektrische schok.

image

Er zijn bepaalde gebieden rond de auto waar het systeem niet in staat is om objecten te signaleren en ook niet waarschuwt voor bewegende objecten. Wanneer de voorweergave of de achterweergave wordt getoond, kan een voorwerp dat zich onder de bumper of op de grond bevindt mogelijk niet gezien worden (1). Wanneer de bovenweergave wordt getoond, zal een groot object dat zich dichtbij de naad (2) van de verschillende weergavegebieden van de camera's bevindt niet op de monitor verschijnen.

De volgende zijn beperkingen van het systeem en vormen daarom geen storing:

  • Er kan een kleine vertraging zijn wanneer u overschakelt tussen weergaven.

  • Bij zeer hoge of lage temperaturen zullen de objecten op het scherm mogelijk niet duidelijk weergegeven worden.

  • Wanneer een sterke lichtbron rechtstreeks in de camera schijnt, zullen objecten mogelijk niet duidelijk weergegeven worden.

  • Het scherm kan in de nabijheid van neonverlichting soms flikkeren.

  • De kleuren van objecten die worden getoond op de Intelligent Around View Monitor kunnen enigszins verschillen van de werkelijke kleuren van de objecten.

  • Objecten die op de Intelligent Around View Monitor worden weergegeven zijn mogelijk niet duidelijk en de kleur van de objecten kan mogelijk afwijken in een donkere omgeving.

  • Er kunnen verschillen in scherpte voorkomen tussen de beelden van de bovenweergave die afkomstig zijn van de verschillende camera's.

  • Gebruik geen carrosseriewas op de cameralens. Veeg was af met een schone doek die u bevochtigd heeft met een verdund en mild schoonmaakmiddel, en veeg dan af met een droge doek.

Hoofdonderwerp: