Nissan X-Trail 2023 Gebruikershandleiding

7.22.10.3. De traditionele (vaste snelheid) cruise control-modus bedienen

image

Om de traditionele (vaste snelheid) cruise control-modus aan te zetten, houdt u de ProPILOT Assist-schakelaar (A) langer dan ongeveer 1,5 seconden ingedrukt.

Wanneer de ProPILOT Assist-schakelaar wordt aangezet, zullen het display en de indicatielampjes van de traditionele (vaste snelheid) cruise control-modus op het voertuiginformatiedisplay worden getoond. Als u de ProPILOT Assist-schakelaar langer dan 1,5 seconden ingedrukt houdt, zal het display van het ICC-systeem uit gaan. Het Cruise-indicatielampje verschijnt. U kunt nu de gewenste kruissnelheid instellen. Door nogmaals op de ProPILOT Assist-schakelaar te drukken, zal het systeem volledig uitgeschakeld worden. Het systeem gaat ook automatisch uit wanneer u de contactschakelaar in de “OFF”-stand zet.

U kunt het ICC-systeem weer gebruiken, door de ProPILOT Assist-schakelaar (volgafstandregeling) snel in te drukken en los te laten, of u houdt deze nogmaals ingedrukt (traditionele cruise control-modus) om in te schakelen.

image

Om te voorkomen dat de cruise control per ongeluk wordt ingeschakeld, moet u ervoor zorgen de ProPILOT Assist-schakelaar uit te zetten wanneer u het ICC-systeem niet gebruikt.

image

Om de kruissnelheid in te stellen, accelereert u tot de auto de gewenste snelheid bereikt, vervolgens drukt u de <SET->-schakelaar (B) in en laat u los. (De kleur van het Cruise-indicatielampje wordt groen en het indicatielampje ingestelde voertuigsnelheid gaat branden.) Haal uw voet van het gaspedaal. Uw auto blijft op de ingestelde snelheid rijden.

  • Om een ander voertuig in te halen, drukt u het gaspedaal in. Laat u het pedaal los, dan valt de snelheid van de auto terug naar de snelheid die eerder is ingesteld.

  • De auto behoudt de ingestelde snelheid mogelijk niet tijdens het op- of afrijden van steile hellingen. Als dit gebeurt, moet u de snelheid van de auto zelf onder controle houden.

Om de vooringestelde voertuigsnelheid te annuleren, kunt u een van de volgende methodes gebruiken:

  • Druk op de <CANCEL>-schakelaar. Het indicatielampje ingestelde snelheid en het Cruise-indicatielampje worden grijs.

  • Tik met uw voet op het rempedaal. Het indicatielampje ingestelde snelheid en het Cruise-indicatielampje worden grijs.

  • Zet de ProPILOT Assist-schakelaar uit. Zowel het Cruise-indicatielampje als het indicatielampje ingestelde rijsnelheid gaat uit.

Om de kruissnelheid te verhogen, kunt u een van de volgende drie methodes gebruiken:

  • Trap het gaspedaal in. Wanneer de auto de gewenste snelheid bereikt, drukt u de <SET->-schakelaar omlaag en laat u los.

  • Druk de <RES+>-schakelaar omhoog en houd vast. Wanneer de auto de gewenste snelheid bereikt, laat u de schakelaar los.

  • Druk de <RES+>-schakelaar omhoog en laat snel weer los. Telkens wanneer u dit doet, wordt de ingestelde voertuigsnelheid met ongeveer 1 km/u (1 MPH) verhoogd.

Om de kruissnelheid te verlagen, kunt u een van de volgende drie methodes gebruiken:

  • Tik met uw voet lichtjes op het rempedaal. Wanneer de auto de gewenste snelheid bereikt, drukt u de <SET->-schakelaar omlaag en laat u los.

  • Druk de <SET->-schakelaar omlaag en houd vast. Wanneer de auto heeft afgeremd tot de gewenste snelheid, laat u de schakelaar los.

  • Druk de <SET->-schakelaar omlaag en laat snel weer los. Telkens wanneer u dit doet wordt de ingestelde voertuigsnelheid met ongeveer 1 km/u (1 MPH) verlaagd.

Om de vooringestelde voertuigsnelheid te hervatten, drukt u de <RES+>-schakelaar omhoog en laat los. De auto keert terug naar de laatst ingestelde kruissnelheid wanneer de voertuigsnelheid hoger is dan 30 km/u (20 MPH).

Hoofdonderwerp: