5.8. Stuurwiel

Verstel het stuur niet terwijl u rijdt. U kunt de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken.

Zet het stuurwiel niet dichter bij u dan nodig om goed te kunnen sturen en comfortabel te kunnen zitten. De airbag van de bestuurder wordt met grote kracht opgeblazen. U loopt bij een botsing dan ook een groter risico als uw gordel niet is vastgegespt of als u naar voren leunt, schrijlings op uw stoel zit of een andere verkeerde zithouding aanneemt. U kunt ernstige of zelfs fatale verwondingen oplopen als u tegen het airbagpaneel leunt op het moment dat de airbag wordt opgeblazen. Zit daarom altijd achterover met uw rug tegen de rugleuning en zo ver als praktisch gezien mogelijk van het stuurwiel. Maak altijd uw gordel vast.